Onze benadering

Erkennen dat activiteiten in landbouw en bosbouw sommige mensen met langdurige burn-out kunnen helpen.

Het « Soins Verts - Groene Zorg” Programma

De praktijken

Het “Soins Verts – Groene Zorg” programma wil de therapeutische waarde van groene zorg onderzoeken, gericht op een specifieke doelgroep (mensen met een professionele burn-out) en op basis van een specifieke praktijk: zorgboerderijen.

In het kader van het programma worden patiënten naar deze ervaring doorverwezen en begeleid door hun arts of psycholoog. Ze kunnen samen de effecten observeren en het opnemen in een zorgpad. Dit is geen gebruikelijke praktijk en dit is niet systematisch gedocumenteerd in zorgboerderijen zoals dit tot nu toe gebeurde. Sociale landbouw en zorgboerderijen over het algemeen andere evaluatiecriteria dan gezondheidscriteria, bijvoorbeeld op het gebied van sociale integratie, ondersteuning van jongeren of mensen met een beperking.

In het kader van het programma is de voorgestelde praktijk op de boerderij regelmatig, meestal wekelijks.

Meestal zal het individueel zijn, hoewel sommige begeleidende structuren collectieve activiteiten aanbieden. Maar zelfs bij individuele praktijken is de persoon zelden alleen: in de boerderijen werken vaak meerdere leden van de familie of het team samen. En soms worden verschillende mensen tegelijkertijd welkom binnen één enkele boerderij.

Van 'Groene Zorg' naar de studie van de verzorging van burn-out dmv zorgboerderijen

Het programma “Soins Verts – Groene Zorg” past binnen een “evidence based” benadering van de gezondheid. We nemen als referentie “groene zorg” die beschouwd wordt als een “gezondheidsinterventie”: een gezondheidsprobleem wordt geïdentificeerd, een meetbaar en gemeenschappelijk doel wordt gedefinieerd, en een verwacht resultaat wordt wetenschappelijk gemeten met succesindicatoren.

De “groene zorg” is in de wetenschappelijke literatuur gekarakteriseerd sinds ongeveer 2010. Volgens Annerstedt & Währborg (2011) verwijst natural assisted therapy naar “een interventie met als doel patiënten met een ziekte of een ongunstige gezondheidstoestand te behandelen, te genezen en/of te revalideren, met het fundamentele therapeutische principe dat de therapie beroep doet op planten, natuurlijke materialen en/of de buitenomgeving”.

Sempik, Hine en Wilcox (2010), die het eerste wetenschappelijk onderbouwde conceptuele kader van “groene zorg” voorstellen, wijzen verschillende therapeutische modaliteiten aan: hortotherapie, therapieën met dieren, zorgboerderijen, therapieën door middel van lichaamsbeweging in een groene omgeving, ecotherapie, therapie door onderdompeling in wilde ruimtes, in het bos en door avontuur. Er is dus een diversiteit aan contexten, voorstellen en gezondheidsimpact voor verschillende bevolkingen van zieken of gehandicapten. Dezelfde auteurs geven 6 onderscheidende criteria aan waaraan een activiteit moet voldoen om als “groene zorg” te worden beschouwd:

  1. Zorgen gericht op verbetering van gezondheidsresultaten.
  2. Bevordering van sociale re-integratie.
  3. Intra-extra muros: “groene zorg”-interventies kunnen plaatsvinden binnen ziekenhuizen, verpleeghuizen, boerderijen, gevangenissen, werkplekken, enz.
  4. Opgeleide professionals moeten de sociaal-sanitaire interventies evalueren.
  5. De deelnemer moet geïnteresseerd zijn (deelname, motivatie, plezier).
  6. Culturele verschillen tussen sociaal-sanitaire tradities worden erkend.

Bronnen :

  • Annerstedt & Wärhrborg (2011) Nature-assisted therapy: Systematic review of controlled and observational studies. ScandinavianJournal of Public Health, 39(4), 372.
  • Sempik, J., Hine, R., & Wilcox, D. (2010). Green care: a conceptual framework ; a report of the Working Group on the Health Benefits of Green Care, COST 866, Green Care in Agriculture. Loughborough: Centre for Child and Family Research. p. 27.

Deze bronnen zijn afkomstig van de lezing gegeven door prof. Charlotte Gilart de Keranflec’h in het Parlement van Wallonië op 16/05/2024. De positieve effecten van direct contact met de “natuur” op de fysieke en psychische gezondheid van mensen zijn internationaal uitgebreid gedocumenteerd; de oproepen voor artsen om “natuur voor te schrijven” nemen toe. U vindt hierover verwijzingen op de pagina bronnen – verwijzingen.

De praktijken van zorgboerderijen bestaan al vóór het “Soins Verts – Groene Zorg” programma, in de drie regio’s van het land. Ze omvatten 1000 “zorgboerderijen” in Vlaanderen (zie www.groenezorg.be), 370 partnerboerderijen in Wallonië (zie “Pratiques d’agriculture sociale en Wallonie”), en enkele Brusselse stadsboerderijen.

Ze bestaan uit deelname aan ëën of meer activiteiten die plaatsvinden op een zorgboerderij, samen met een professioneel uit de landbouwsector: groenten kweken, voor de dieren zorgen, koken, deelnemen aan het melken, het kalven, de verwerking (bijvoorbeeld kaas, boter, ijs), de akkerbouw, het voorbereiden van bestellingen of de leveringen in de korteketentransport, enz.

De praktijken zijn meervoudig:

  • Bestemd voor een publiek met een specifieke problematiek, of voor een breed publiek;
  • Begeleid door een sociale of gezondheidswerker die aanwezig is, inclusief binnen de boerderij, of die eerder op afstand blijft;
  • Gelegenheids- of regelmatige praktijken;
  • Individueel of collectief. 

Hun gemeenschappelijke kenmerken zijn het opzetten van activiteiten voor de landbouw of tuinbouw (of andere activiteiten met betrekking tot planten, dieren en voedsel), uitgevoerd in samenwerking met een boer of boerin, doorgaans bestemd voor kwetsbare bevolkingsgroepen en altijd begeleid door een referentiepersoon binnen een sociale of gezondheidsinstelling. Laatstgenoemde garandeert de uitvoering van een passend kader en een doel van welzijn.

De activiteiten worden over het algemeen individueel aangeboden, maar kunnen ook in groep plaatsvinden. Ze zijn gevarieerd, maar vereisen altijd een vrije en directe deelname aan de werkzaamheden: het gaat dus niet alleen om “pedagogische” of “didactische” bezoeken. De geest van het voorstel is om ruimtes voor ontdekking, delen, leren, solidariteit en herstel te openen waar iedereen de mogelijkheid heeft om in zijn eigen tempo te evolueren en zich nuttig en betrokken te voelen.

Het experimentele systeem : de « burn-out » studie

Onder de coördinatie van Samuel Hubaux, de stichter van de vereniging « Nos Oignons » die een aanbod van sociale landbouw ontwikkelt op verschillende locaties in Brussel en Wallonië, hebben ondersteuningsstructuren in sociale landbouw en zorgboerderijen uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië aangeboden deel te nemen aan een pilootproject voor de opvang van personen die aan burn-out lijden en daardoor langdurig arbeidsongeschikt zijn.

Meer informatie over de ondersteunende structuren

Huisartsen, psychologen of zorgprofessionelen worden uitgenodigd om bepaalde patiënten die in een burn-out situatie verkeren, voor te stellen om een van de ondersteunende structuren van het “Soins Verts – Groene Zorg” Programma te ontmoeten.

Meer info voor gezondheidsprofessionals.

Tijdens deze ontmoeting bepaalt het personeel van de ondersteunende structuur de locatie (boerderij) die het meest geschikt lijkt voor de vrijwillige patiënt die zij welkomen. De partijen worden zo met elkaar in contact gebracht en de vrijwillige patiënt kan zijn ervaring met groene zorg aanvangen. De administratieve aspecten die verband houden met de ervaring worden ook op dat moment behandeld.

Een vragenlijst wordt op verschillende belangrijke momenten van het traject aan de vrijwillige patiënt voorgelegd om de werkelijke effecten van de groene zorgpraktijken op de gezondheidstoestand van de vrijwillige patiënt te bepalen en de reflectie te voeden in het kader van de impactmeting (zie hieronder).

Boerderijen zijn niet alleen regelmatig in contact met de ondersteunende structuren die hen hebben geïdentificeerd en geselecteerd, maar zij worden ook gevraagd hun mening over het verloop van de ervaring te delen door ook vragenlijsten in te vullen.

De wetenschappelijke opvolging

De wetenschappelijke opvolging van het hierboven beschreven experimentele systeem neemt twee vormen aan.

Enerzijds wordt het systeem gecoördineerd door Samuel Hubaux met de hulp van een expertcommissie.

Anderzijds worden de ervaringen van de deelnemende vrijwilligers, de begeleidende organisaties en de verwelkomende boerderijen geanalyseerd door een team van onderzoekers van de KULeuven, op basis van interviews en vragenlijsten die door hen zijn opgesteld en regelmatig aan de verschillende betrokkenen worden voorgelegd. Het onderzoeksprotocol zal worden verrijkt op basis van de analyses van de eerste resultaten en de adviezen van de expertcommissie.

— De expertcommissie

De coördinator van het experimentele systeem verzamelt meermaals gedurende het jaar een expertcommissie om te genieten van de meningen en adviezen van alle relevante personen voor het programma. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de medische wereld, van landbouw- en bosbouwsector, academische wereld en gezondheidszorg. Zijn adviezen zijn raadgevend. Meer info hier.

— De impactmeting

Om de effecten van groene zorgpraktijken op patiënt-vrijwilligers objectief te beoordelen en om te beschikken over zo actueel mogelijke gegevens, heeft het “Soins Verts – Groene Zorg” programma een impactmeting opgezet die toevertrouwd is aan een team onderzoekers van de KULeuven, van het Onderzoeksinstituut Voor Arbeid en Samenleving – HIVA.

Projectkalender

2023

Een eerste fase begon in de lente 2023. Deze fase leidde tot de opzet van het programma, de bekendmaking van het project bij de politici op federaal niveau in België, de uitvoering van de verkennende fase van de impactmeting. Deze eerste fase eindigde begin 2024.

2024

Een tweede fase is in januari 2024 gestart gaat, tot begin 2025 met het doel van ondersteuning van het project bij de politici verantwoordelijk voor de organisatie van het federale belgische staatsbeheer na de verkiezingen van juni 2024 alsook de publicatie van de resultaten in betrekking met de eerste cohorten van patiënten-vrijwilligers van het experimentele systeem.

2025

Een derde fase die over het hele jaar 2025 zal doorlopen en die de resultaten in betrekking met nieuwe cohorten van vrijwilligers-patiënten zal behandelen. Alsook de opstelling van het eindrapport over de impactmeting, evenals het aandringen op de opname van een financieringsmechanisme voor de voorschriften van groene zorg in het federale gezondheidszorgsysteem in België.